Van de Looi: ‘Mogen handen dichtknijpen’.
Trainer Erwin van de Loo van FC Groningen was zaterdagavond wel blij met een punt, maar niet tevreden. Zijn collega Marinus Dijkhuizen probeerde het goede gevoel over het spel van Excelsior te laten overheersen.
Van de Looi: “Ik denk dat het duidelijk is dat we onze handen mogen dichtknijpen dat we hier met 1-1 hebben gelijkgespeeld. Dat ligt aan beide ploegen. De tegenstander heeft een goede wedstrijd gespeeld waarbij standaardsituaties gevaarlijk waren. Daar ontstond ook de tegengoal uit. Wijzelf waren veel te traag en gaven Excelsior ruimte om zich te groeperen. Er was een laag baltempo en te weinig beweging. Een aantal keren was Excelsior rap weg en daar hadden we moeite mee. We mochten blij zijn met de 0-0 bij rust.”
“In de tweede helft kwamen we vrij snel acht. Daarna ging bij ons het tempo wel omhoog en werden we dominanter. In die fase scoorden we een fantastische goal, van grote schoonheid. Botteghin stapte door en gaf voor met zijn linker en Rusnak rondde onweerstaanbaar af. Met hen heb ik naast keeper Sergio Padt ook de beste spelers genoemd van ons. Na de 1-1 moesten we door en hadden we het gevoel dat er iets te halen viel. Maar het tempo ging juist omlaag en Excelsior kwam terug in de wedstrijd. Vanaf de eerste bal op de paal werden we weer wat angstig en kreeg juist Excelsior het gevoel dat ze konden winnen. Achteraf kunnen we blij zijn met een punt, maar zeker niet tevreden.”
Dijkhuizen: “Dit was één van onze betere wedstrijden, misschien wel de beste. We stonden defensief vaak al goed, en vandaag hebben we ook aan de bal goed gespeeld en veel kansen gecreëerd. Een stuk of zeven à acht. Van Mieghem en Botaka zaten goed in de wedstrijd, net als Mattheij die achterin geweldig was en goede oplossingen zocht. We hebben er vandaag alles aan gedaan om te winnen. Soms het je wat meer kansen nodig. Vandaag een stuk of acht voor één doelpunt.”
“Na de 1-1 dacht ik dat we het nog uit handen zouden geven en brachten onze wissels extra energie. Twee keer raakten we binnenkant paal en dan nog die derde kans voor Gouriye, een kopkans. In de slotfase gingen Kuipers en Bovenberg zelfs nog helemaal mee naar voren, ondanks het feit dat we met tien man speelden. Omdat we erin geloofden dat we zouden winnen. We waren echter niet scherp genoeg voor de goal en er stond een geweldige doelman, Padt. Dat we FC Groningen de wil konden opleggen, geeft een goed gevoel over mijn eigen ploeg en dat gevoel wil ik ook laten overheersen.”
